Time is consciousness

Samen filosoferen over de verhouding tussen het bewuste zijn en de ruimte tijd.

Ondergetekende: Keyzer, Johannes Hermanus Gerardus, geboren te Groenlo, 1 mei 1945, wonende te Winterswijk, miste 25, verklaart hiermede, 30 stellingen betreffende metafysica/fysica, plus een bijlage normbesef, als volgt te hebben vastgelegd:
1. De tijd “is” verleden – heden – toekomst.
2. De materie vindt in en door het bewustzijn zijn begrenzing.
3. De tijd is bewustzijn omdat ze in haar wezen (de materie) doel-bewust-gericht is.
4. Tijd is ruimte/materie (geladen ruimte).
5. Tijd is al-tijd.
6. Buiten “het” bewustzijn (bestaat) is er niets.
7. Materie is geladen ruimte.
8. Materie is (bevroren) bewustzijn.
9. De hoofdeigenschappen van de tijd zijn van regressieve en progressieve aard.
10. De regressieve kracht is de zwaartekracht, waaraan de progressie haar energie ontleend.
11. Tijd (bewustzijn) realiseert de werkelijheid.
12. De materie is gecodeerd, doel-bewust-gericht.
13. De werking van het tijdsverloop (evolutie) is een proces van verificatie en falcifiactie.
14. De tijd is niet liniair noch circulair.
15. De tijd is constant, kent geen eind noch begin, zij is het eind en begin, regressus en progressus.
16. De tijd is de determinantie factor van zowel de grote van de ruimte als de omvang van de materie, incl. haar eigenschappen en modificaties.
17. De materie is geladen ruimte, die kan variëren van zichtbare deeltjes materie tot stralingsenergie met een (bijna) niet meer waar te nemen frequentie.
18. In het bewustzijn kunnen de dimensies samengebracht worden tot één moment.
19. Het “zijn” is een bewuste aangelegenheid omdat (technisch gezien) het constaterend vermogen afhankelijk is van het bewustzijnsniveau.
20. Creatie en verval zijn componenten waaruit de tijd bestaat.
21. Materie is “constant” in beweging.
22. Snelheid - afstand - licht.
Snelheid - afstand - bewustzijn
23. Het evolutieproces is in feite niets anders dan een “tijdsverloop” waarin de tijd de momenten van het gebeuren bepaalt.
24. “Dode” materie bestaat niet.
25. Absoluut alles, is niet te constateren.
26. Absoluut niets, is niet te constateren.
27. Toeval bestaat niet, alleen wat is, bestaat.
28. In en door het bewustzijn kan verleden, heden en toekomst worden gekend, met als gevolg het subject/object denken.
29. De werking van “ons”bewustzijn is in abstracto niets anders dan een proces van verificatie en falcificatie, van verleden naar toekomst, analoog “de tijd”, “het bewustzijn”.
30. De tijd is ALPHA en OMEGA.

Bekijk de registratie van de stellingen bij de notaris.