Time is consciousness

Samen filosoferen over de verhouding tussen het bewuste zijn en de ruimte tijd.

Associaties:

Tegenstellingen zijn er omwille van het evenwicht.

Heraclitus, één van de grondleggers van Griekse filosofie, geb. in Efeze, ( + 540 – 480 v Chr.). Over de eenheid der tegenstellingen. Alle ontwikkeling heeft plaats in het polaire samenspel der tegenstellingen. Pas door de vergelijking met kwaad, honger en inspanningen begrijpen, we wat goed, verzadigd en rust betekenen. Met de leer der tegenstellingen ontwierp Heraclitus een eerste model van de dialectische ontwikkelingsleer. Dialectiek is in het algemeen gezegd ofwel een redeneervorm die d.m.v. het gebruik van tegenstellingen naar waarheid probeert te zoeken (Socrates), dan wel een metafysica, volgens welke zowel het denken als de wereld verandert c.q. zich ontwikkelt, ten gevolge van tegenstelling. (Heraclitus). Over de coincidentia oppositorum (Wikipedia), zie ook Cusanus en Bruno en over de drie trappen der filosofie, Hegel.

Associaties:

Nous – Consciousness – God als het Bewuste-zijn.

Anaxagoras (+ 500 – 428 v Chr. ) heeft als eerste filosoof een abstract filosofisch begrip ingevoerd, de "Nous" een oud Griekse term voor geest of intellect. De Ionische filosoof en astronoom Anaxagoras introduceerde het begrip als filosofisch concept. Deze Nous moet opgevat worden als een denkende, redelijke, almachtige maar onpersoonlijke geest. Dankzij deze geest ontstond uit de oerchaos een doelmatig gericht, welgeordende wereld waarin de levende wezens zich onderscheiden van de dode, doordat zij door de Nous bezield worden. Plotinus beschreef Nous als een emanatie van het goddelijk wezen. (Zie ook “Nous bij de oude Grieken” , Wikipedia).

Religieuze aspecten I:

Spinoza en het immanente denken:

De enige God die volgens Spinoza bestaat is een scheppingsprincipe dat eigen is aan de natuur. Een scheppingsprincipe dat binnen de structuur van de “werkelijkheid” ligt of immanent is aan de werkelijkheid. In het denksysteem van de Spinoza is er geen God buiten de werkelijkheid die de werkelijkheid overstijgt of transcendeerde. Immanentie: letterlijk er in blijvend, is de filosofische aanduiding voor wat tot de structuur van iets hoort en deze niet overschrijdt. In de kentheorie is immanent dat wat het bewustzijn niet te boven gaat maar binnen de ervaring of bewustzijn blijft. Deze interpretatie van de ken theorie is geheel overeenkomstig met de inhoud van mijn tijdstheorie nl. dat men het bewuste en het zijnde niet kan scheiden, evenmin ruimte en tijd. In mijn visie zijn ruimtetijd- en bewustzijn complementair, nl. dat vanuit een (conceptuele) bewuste ruimte de werkelijkheid, het zijnde, al-wat-is, door middel van het tijdsverloop wordt gerealiseerd. Wij worden mens, wij worden bewust via de ladder der dialectiek.

Religieuze aspecten II:

Spinoza schreef daarover in zijn theologisch politiek traktaat (Tractatus Theologica Politicus). Over de noodzakelijkheid van een persoonlijke God en de wonderbaarlijke opbaring. Spinoza heeft het lijden van Jezus wel erkend. Hij heeft Jezus als hoogste en edelste onder de mensen gekwalificeerd. Dit tot woede van de Joodse gemeenschap, maar hij heeft Jezus niet kunnen plaatsen als de verlosser of representant van het “goddelijke” omdat hij het transcendente geen “bewuste” plaats kon geven, dat het transcendente de conceptuele ruimte is van waaruit al het “zijnde” emaneerde, anders had hij kunnen inzien dat incarnatie noodzakelijk is om te leven en te sterven. In deze dialectiek van leven en dood manifesteert zich immers het lijden als de meeste ultieme vorm van sensitiviteit. ( c.q. : sensibiliteit). Betreft ook de gevoeligheid voor het ware, schone en goede, ook die positieve ervaring worden we aangedaan, zijn we ‘patiens’ Jezus openbaart door middel van het lijden, het Bewuste Zijnde, het is tenslotte het bewustzijn dat lijdt!!

Over de tijdsgebondenheid en het tijdelijke:

Bij de gratie van de dood is er het leven. Of naar de fysica vertaald; de tijdsgebondenheid staat voor regressieve kracht de zwaartekracht, waar aan de progressie haar energie ontleend.

Deze stelling is universeel; De hardloper boekt vooruitgang en viert zijn zege bij “gratie” van de zwaartekracht.

Even zo is deze universele stelling van toepassing op de vraag; Waarom, de tijd sneller gaat bij het ouder worden. Namelijk: bij het onttrekken aan de zwaartekracht vindt er een vertraging plaats, bij het naderen van het zwaartekrachtveld vindt er een versnelling plaats. Denk hierbij aan de lancering van een raket en de vertragende versnelling van een terreinwagen. Ook op de vraag betreffende het Cartesiaanse dilemma; over ons brein en hoe zelfstandig wij en ons brein wel niet zijn, is deze universele stelling van toepassing, nl. dat we in een te snelle val ons bewust en zijn geheel kunnen verliezen. Dit is o.a. te demonstreren bij een gravitatie test in een zwaartekrachtsimulator. Het is dus de regressieve kracht die een component is van de tijd waar op alles is gebaseerd. Het tijdelijke staat voor het verval zonder de verval datum (onze verjaardag) geen verandering zonder de verandering geen beleving. Intuïtief begrijpen we dit wel maar de paradox is nl., men wil ouder “worden” maar niet ouder “zijn”! De dood als consequentie en als voorwaarde voor het leven is moeilijk te aanvaarden. In het verval verliest men aan vitaliteit (de dagen zijn geteld). Het is een “ Count down”. De zelfde kracht waaraan we ons moeizaam hebben onttrokken trekt ons nu met volle kracht weer naar zich toe. De Tijd is Alfa et Omega. Het verschil met Newton is dat ik zwaartekracht zie als de regressieve kracht en Newton stelt deze kracht voor als een progressieve kracht ……. Vreemd of niet??